Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) heeft op 6 december 2017 in de zaak Coty besloten dat verboden van platforms van derden in een selectief distributienetwerk zijn toegestaan ​​als het beschouwde product een luxe uitstraling heeft '.

 

In feite hangt het imago af van het standpunt van de consument, ongeacht of het opzettelijk of niet door de producent is. Daarom vereist de economische waardering vaak consumentenonderzoeken.

 

Het HvJ concludeert daarom dat het imago van producten niet alleen afhangt van hun fysieke kenmerken. Bovendien is de luxe uitstraling van een product het resultaat van zijn prestigieuze imago. Hierdoor kunnen consumenten onderscheid maken tussen luxe en minder luxe goederen. Bijgevolg moeten consumentenonderzoeken zodanig worden opgezet dat zij de aantrekkelijkheid van producten duidelijk kunnen identificeren.

 

Moderne tools voor marktonderzoek, zoals conjunct-analyse, maken de identificatie van een luxe uitstraling van producten mogelijk. Het is een geschikte methode om consumentenvoorkeuren te meten. Kan het beschouwde product worden geïdentificeerd als een luxe product? Conjunct-analyse geeft aan wat de maximale bereidheid van de consument is om te betalen voor de productfunctie 'luxe'. Vanuit technisch oogpunt kwantificeert de online ondersteunde consumentenenquête het nut voor elke productfunctie. Als de bereidheid van consumenten om te betalen voor de functie "luxe" hoger is, kan van het product worden verwacht dat het een luxe-goed is. Overeenkomstig het arrest van het HvJ in de zaak Coty, kunnen producenten van luxegoederen de distributie van deze goederen op platforms van derden toestaan.

 

EE&MC heeft meerdere ervaringen op dit gebied en kan daarom zaken onderzoeken in overeenstemming met de wettelijke vereisten van het HvJ-EU.