De Europese Denkschool heeft de toepassing van de mededingingswetgeving gewijzigd. Bij de beoordeling of een overeenkomst onder het kartelverbod valt, staat in de wereld van vandaag de economische evaluatie centraal. Sinds de uitvoering van Verordening 1/2003 moeten deze economische beoordelingen door de bedrijven zelf worden gemaakt.

EE&MC ondersteunt de bedrijven met economische expertise door de volgende vragen te beantwoorden:
  • Marktdefinitie: Welke producten en geografische gebieden maken deel uit van de relevante markt?
  • Horizontale samenwerking: kan ik afspraken maken met mijn concurrenten? Wat kan ik in een dergelijke overeenkomst overeenkomen?
  • Verticale beperkingen: wat kan ik regelen met mijn leverancier? Wat kan ik met mijn klanten overeenkomen? Wat kan ik in het contract opnemen? Kan mijn concurrentiebeperkende overeenkomst in aanmerking komen voor een vrijstelling?
  • Marktstructuur: hoe de concentratiegraad, het marktaandeel en de toetredings- en uitstapdrempels in mijn markt te meten en te evalueren?
  • Prijzen: Zijn er prijsveranderingen veroorzaakt door concurrentie of heimelijk gedrag? Zijn mijn leveranciers in een kartel? Hoe kan ik kartels detecteren (kartelonderzoek)?
  • Wat is het karteleffect op de markt? Wat zijn mijn kartelschade?
  • Andere vragen over het marktgedrag: in hoeverre verminderen prijsafspraken tussen bedrijven de concurrentie?
  • Verticale kwesties: in hoeverre vermindert een specifieke verticale integratie de concurrentie?

 

EE&MC heeft een uitstekende expertise in zowel de evaluatie van horizontale overeenkomsten tussen concurrenten als verticale beperkingen tussen leveranciers of klanten.

 

Om bedrijven te helpen, gebruikt EE&MC de richtlijnen van de Europese Commissie. We adviseren bijvoorbeeld of groepsvrijstellingen van toepassing zijn of, wanneer bedrijven de marktaandeellimieten overschrijden, en individuele vrijstellingen van het kartelverbod van toepassing kunnen zijn.